Prikbord
Nederlandse ontdekkingsreizigers door de jaren heen
Van 15-19 januari kunnen Nederlanders zich op de Vakantiebeurs in Utrecht weer gaan oriënteren op hun vakantie voor 2014: stedentrip, zonvakantie, cruisen, kamperen, cruisen, ver weg of dicht bij huis. Welke vakantievorm het ook mag gaan worden, reizen is vandaag de dag uiteraard zeer geriefelijk en comfortabel geworden in vergelijking tot trektochten in voorgaande eeuwen. In het kader van de Vakantiebeurs zetten wij twee weken op onze slider Nederlandse ontdekkingsreizigers even in het zonnetje. Marco Polo, Vasco da Gama en Livingstone, klinkende namen van buitenlandse ontdekkingsreizigers maar ook Nederlanders leverden hun bijdrage om de wereld in kaart te brengen. Je op plekken wagen waar nog nooit iemand eerder geweest was, was voorbehouden aan echte ontdekkingsreizigers toen reizen in den vreemde nog echt avontuurlijk was. De eerste foto op onze slider gunnen wij uiteraard aan onze stadsgenoot en een van de weinig vrouwelijke avonturiers: Alexandra Tinne uit Den Haag.
Alexandrine Tinne (1839-1869)
Alexandrine neemt een bijzondere plek in op de lijst met Nederlandse ontdekkingsreizigers. Als enige vrouw in het gezelschap was deze freule zeer ondernemend. De avonturen van deze Haagse spreken nog altijd zeer tot de verbeelding. Zij was de eerste Westerse vrouw die tot in centraal Afrika door drong.
Alexandrine ging op expeditie richting Khartoem (Egypte) maar besloot uit te breiden en reisde vervolgens door de Sahara om de bron van de Congo-rivier te ontdekken. Hier kwam ze tragisch aan haar einde, toen ze vermoord werd tijdens een strijd tussen Arabische en Toeareg krijgers. Alexandrine werd 29 jaar, maar heeft in haar jaren als reizigers veel betekend voor latere expedities.
Willem de Vlamingh (1640-1698)
Willem de Vlamingh, geboren op Vlieland, was in eerste instantie vooral betrokken bij de walvisvaart. Hij dacht een eiland voorbij Nova Zembla ontdekt te hebben, maar dit bleek uiteindelijk een hersenspinsel.
Later werd Vlamingh commandeur over 3 VOC-schepen die onder andere de West kust van Australië verder in kaart moesten brengen. Hij ontdekte onder meer de Zwaanrivier, nu gelegen in het huidige Perth. De Vlamingh voltooide zijn opdracht en gaf de VOC het advies verdere ontdekking van Australië te staken vanwege de weinig rijkdommen en de ontoegankelijkheid van het land.
Jacob Roggeveen (1659–1729)
Samen met zijn vader Arent was Jacob Roggeveen bezig met onderzoek naar Zuidland (Terra Australis). Zijn vader ontving van de West Indische Compagnie een octrooi om dit gebied te gaan ontdekken. Arent overleed waardoor Jacob besloot om alsnog de reis te maken.
In 1721 vertrok hij vanuit Vlieland met 3 schepen om het Zuidland te zoeken. Via de Canarische Eilanden en Trinidad voer hij naar Vuurland om uiteindelijk via Kaap Hoorn en de Juan Fernandez eilanden om op Paaszondag het huidige Paaseiland te ontdekken.
Hij vervolgde zijn tocht om Zuidland te ontdekken en voer via het toenmalige Stateneiland (Nieuw Zeeland). Zijn bemanning raakte uitgeput en er zat niks anders op dan terug te keren naar Batavia en de ontdekkingsreis te staken.
Willem Jansz (1570-1630)
Om maar met de deur in huis te vallen, Willem Jansz wordt gezien als dé officiële ontdekker van Australië in tegenstelling tot Abel Tasman, wat een hoop mensen vaak denken.
Voordat het zover was, voer Jansz eerst in dienst in één van de voorcompagnieën van de VOC richting Oost Indië om vervolgens achter te blijven in Bantam. Zijn doel: goud zoeken en de reis naar het onbekende Zuidland in kaart te brengen. Uiteindelijk bereikte hij het Kaap York-schiereiland van Australië waarvan hij 320 kilometer in kaart bracht. Na zijn ontdekking maakte Jansz nog vele reizen voor de VOC, maar ontdekte geen nieuw grondgebied meer.
Abel Tasman (1603–1659)
Dankzij zijn ontdekkingen van Tasmanië, Nieuw Zeeland en Tongatapu, wordt Abel Tasman gezien als één van Nederlands meest bekende ontdekkingsreizigers. In opdracht van de VOC ging voer hij naar Australië om de rest van het continent in kaart te brengen en te onderzoeken of het deel uitmaakte van Terra Australis, dat zou moeten bestaan om de aarde in evenwicht te houden. Vervolgens zeilde hij door naar Nieuw Zeeland en de Salomons-eilanden om handel te drijven.
Tijdens zijn 2e expedities ontdekte Tasman de Straat Torres tussen Nieuw Guinea en Australië, waarna hij de volledige Noordkust daarvan in kaart bracht. Toch bleken zijn expedities vanuit het perspectief van de VOC weinig succesvol. Tasman was te weinig aan land en ontdekte nauwelijks geschikt handelsgebied
Willem Ijsbrantszoon Bontekoe (1597–1657)
Menig Nederlander is opgegroeid met de verhalen uit ‘De scheepsjongens van Bontekoe’ en boekvertaling van het journaal dat Willem Ijsbrandszoon Bontekoe maakte van zijn reizen bij de VOC.
Zijn 1e reis in dienst bleek een puinhoop: zijn schip raakte verwijderd van de 6 overige schepen, er waren gezondheidsproblemen, de bemanning werd door gebrek aan voedsel bijna opgegeten, het schip De Bontekoe vatte vlam door een ongeluk en bij aankomst in Sumatra kregen ze het aan de stok met de lokale bevolking. Ook latere reizen voor de VOC hadden een weinig gunstige toekomst, waarna Bontekoe stopte en zijn baan als handelaar en koopman maar weer oppakte.
Willem Barentsz (1550–1597)
Ook Barentsz was een bekend zeevaarder en maakte 3 reizen om de Noordoostelijke Doorvaart te vinden, een zeeweg langs de Noordkusten van Azië. Tijdens zijn reis verkende hij de kusten van Nova Zembla en ontdekte hij Bereneiland en Spitsbergen.
Driemaal probeerde Barentsz om via Nova Zembla het oosten te bereiken, maar geen van zijn pogingen lukten. De schepen kwamen vast te zitten in het ijs. Tijdens de terugtocht van de 3 reis, overleed Willem Barentsz. Verdere pogingen om de route verder te verkennen werden er niet echt meer ondernomen.
Hendrik Brouwer (1581–1643)
Hendrik Brouwer was een bewindhebber bij de VOC en vertrok als commandeur van 3 schepen in 1610 richting Nederlands Indië. In plaats van de gebruikelijk route te nemen via de Afrikaanse kust, Mauritius, Ceylon naar Bantam, besloot Brouwer zuidwaarts verder te zeilen vanaf Kaap de Goede Hoop. Hij reisde verder zuidwaarts tot aan de ‘Roaring Forties’ waarna hij richting het oosten vertrok en pas ter hoogte van de Straat Soenda weer koers zette richting het Noorden. Dit betekende een verkorting van de reis van ruim een jaar naar ongeveer 5-6 maanden.
In 1617 werd deze route door de VOC verplicht gesteld, maar koers bepalen bleek lastig en veel zeevaarders stuitten op de Australische kust of leden schipbreuk op de riffen van de Houtman Abrolhos voor de kust van dat zelfde land.
Terug