AR. Watte?

AR. Nee, het is geen typefout noch een acroniem. En hopelijk bestookt taalpurist Willem Laros mij niet direct weer met een belerend mailtje, maar mondiale ontwikkelingen krijgen nou eenmaal vaak een Engelse betiteling. Augmented Reality. En voor Willem: het wordt ook wel verbeterde/verhoogde/toegevoegde realiteit genoemd. Computerbeelden en informatie toevoegen aan de werkelijkheid. Het is niet langer een buzzwoord. It’s here to stay.

AR. Een technologie die marketeers over de hele wereld doet kirren van plezier. Waarom? Omdat AR zorgt voor nieuwe kansen in branding, reclame, promotie en betrokkenheid van de klant. Deze technologie ontwikkelt zich zo snel dat het niet meer bij te houden is. De laatste 12 maanden gaan ontwikkelingen van AR sneller dan de afgelopen 12 jaar. De toepassing van AR zal de abri bij de bus-en tramhalte prehistorisch doen lijken.

Overal vinden er presentaties plaats. Onlangs in Dublin het Augmented Reality Marketing Conference in het Guinness Storehouse. Het was ook het thema op de TravConnect Automatiseringsdag in Diemen begin juni waar onder meer werd gesproken over de ‘Oculus Rift’, een virtual reality bril met een ingebouwde LCD scherm, zodat je bijvoorbeeld al door je hotel(kamer) kunt lopen nog voordat je op reis gaat. Hoe leuk is dat.

Augmented reality introduceert een nieuwe fase in communicatie zoals we vóór de tv en radio hadden, voor email fax en voor fax telex. Maar dan wel twee stappen vooruit.

Hoe gebruiken marketeers deze nieuwe technologie om hun merk te verkopen? Wereldbedrijven zoals Ikea hebben augmented reality met open armen ontvangen door een app te maken waar klanten de producten eerst kunnen proberen voordat ze het kopen. ‘Try before you buy’. Deze knap in elkaar gezette app staat toe dat klanten hun interieur op de iPad of iPhone kunnen zien en vervolgens IKEA meubels er naar toe kunnen slepen zodat men direct kan ziet of het wel of niet leuk staat. Het is niet alleen meubilair dat consumenten kunnen proberen voordat ze het kopen. Je hebt tegenwoordig ook de virtuele paskamer die erg populair wordt. Geen gedoe in warme krappe paskamers waar je je amper om kunt draaien. Stap thuis zelf in het scherm en kies kleding uit die je graag wilt passen. BMW past het ook al toe: informatie projecteren op de voorruiten van hun auto’s.

Een andere industrie waar deze nieuwe technologie uitermate bruikbaar voor is, is natuurlijk ‘mijn’ sector: de reisindustrie. Rondleidingen door een stad zijn nu interactief en veel interessanter. In Parijs hebben bezoekers de mogelijkheid om terug in de tijd te gaan. Dit kan door een app te downloaden die hen historische foto’s laat zien terwijl ze hun telefoon naar het gebouw richten. Google Glass die in samenwerking met Sabre een technologie ontwikkelt om de bril een vlucht voor je te laten uitzoeken. Houd je smartphone voor het Schönbrunn Paleis in Wenen en je krijgt een historische uiteenzetting te lezen. Of Sisi die je haar slaapkamer laat zien. Een mooie toepassing van Layer. Nog even willen zien of de Berlijnse muur ook opgebouwd was voor de attractie waar jij nu voor staat: richt je mobiele het gebouw en voilà, de Muur verschijnt. En zo nog tien miljoen functionaliteiten. Bladeren door de zware papieren reisgids kan achterwege blijven.

Briljant. Het is geen toekomstmuziek, het bestaat en voordat u het goed en wel beseft gaat het ons doen en laten behoorlijk beïnvloeden. De fysieke en de virtuele wereld laten samensmelten en integreren. Maar het moet natuurlijk ook weer niet zo mooi en realistisch worden dat het de behoefte om echt op vakantie te gaan, gaat dwarsbomen.

Was het maar al 2020!