Een creatief, gedreven en pragmatisch PR-bureau voor de toeristische, lifestyle en culturele sector.
Lid van Travel Lifestyle Network, een internationaal netwerk van toeristische PR-bureaus.
Zaterdag 2 augustus is een ‘zwarte zaterdag’. Extreem lange files op de snelwegen naar het zuiden. Ik zit daar gelukkig niet tussen want ben net teruggekeerd van mijn eigen vakantie. Gewandeld in de groene oase van de Vogezen. Evenals miljoenen andere Nederlanders ben ik deelgenoot van dit jaarlijks magistrale ritueel - een massale exodus om te ontsnappen aan de keurslijf van de dagelijkse routine. Als iets een gummetje door je hoofd haalt, is het wel wandelen – voor mij de ultieme vakantievorm. Andere omgeving, andere taal, een bord eten dat er anders uitziet dan je dagelijkse kost, rust en omgeven door een groen landschap. Ontspanning door inspanning. Heerlijk. Gelukzalig.
Waarom? Waarom begint de vakantiesector niet eens serieus te onderzoeken hoe het vakantiegevoel langer vastgehouden kan worden. De prijs van een doorsnee vakantie rechtvaardigt deze stelling. Voorpret lijkt veel makkelijker te realiseren – het vooruitzicht op de welverdiende vakantie doet vaak al je serotonine peil flink stijgen. Inlezen, rondbazuinen voor welke bestemming je hebt gekozen, koffers inpakken – het draagt bij aan het aangename vooruitzicht om de navelstreng met werk en het thuisfront enige tijd te doorbreken.
Terwijl de reissector zeer zeker innoveert -met name op technologisch vlak- lijkt ‘hoe het vakantiegevoel na thuiskomst te verlengen’ een ondergeschoven kindje in onze bedrijfstak. 99% aandacht voor de marketingmixinstrumenten product, prijs, plaats en promotie maar wanneer de klant thuis de koffers weer heeft uitgepakt lijkt hij in de vergetelheid te raken. Geld geïncasseerd, vakantie goed geregeld, en daarmee lijkt de kous af voor reisaanbieders. Zou niet een deel van de marketing/PR budgetten ook niet aangewend moeten worden om de klant na terugkomst het vakantiegevoel langer vast te laten houden. Uiteraard kan de vakantieganger bij thuiskomst zelf ook het een en ander doen -of juist nalaten- om het ontspannen gevoel te verlengen. In het boek ‘De kunst van het vakantievieren’ geeft psycholoog Jessica de Bloom wat bruikbare tips hiervoor. Denk aan je blijven insmeren met zonnebrandcreme en dezelfde shampoo te gebruiken die je tijdens je vakantie bij je had. Geur kan het vakantiegevoel verlenge.
Maar dat laat onverlet dat het juist een mooie service van de reissector zelf zou moeten zijn om ook nadat het product gebruikt is op een of andere manier die klant dusdaning te pamperen dat ook in de weken na thuiskomst het vakantiegevoel in zijn hoofd blijft rondzoemen. En dan bedoel ik meer dan louter het verzenden van een evaluatieformulier.
Nee. Meer in de trant van het echtpaar dat net thuis is van een exotische eilandvakantie een doosje sturen met een recept van die geweldige tropische cocktail inclusief de ingrediënten om het te maken. Zitten ze die dag denkbeeldig weer even op het strand. Doe er een mooie vakantieaanbieding voor het volgende jaar bij. Grote kans dat zij de volgende vakantie weer bij dezelfde reisorganisatie boeken.
Want een vakantiegevoel dat snel wegebt is één, maar de klant weg is een tweede Black Day.
Zal een 'staycation' over 100 jaar gemeengoed zijn.
Duurzaam toerisme een te-ver-van-mijn-bed-show? Dat hoeft niet.
Wilt u ons aub fatsoenlijk bejegenen.
Hoe radeloos we allemaal ook mogen zijn, het mag niet tot wanhoop leiden.
want het wordt nimmer meer zoals het was.
Mag het een onsje méér fatsoen zijn aub!
Vakantiebeurzen - het zijn net dierentuinen.
Over reisindustrietje pesten en bespottelijke stuntprijzen.
Waarom besteedt de reissector niet meer aandacht aan dit fenomeen?
Nee, het is geen typefout noch een acroniem. Wel onze toekomst.
Over een week of 2 krijgt Nederland weer massaal het jaarlijkse vakantiegeld. Maar de reissector kan er naar fluiten.
De informatie-overload neemt absurde proporties aan.
Over de Aad Struijs persprijs en bloggers...
Over OAD, trendwachters en de nieuwe realiteit.
Zijn we de Vakantiebeurs beu?
De fulltime reisjournalist in ieder geval wel.
De hotelindustrie zou van deze vraag wakker moeten liggen.
Iedereen irriteert zich er aan. Maar niemand doet er wat aan.
Ik kan het woord niet meer horen. Het begint met een ‘r’ en eindigt op een ‘e’. En dan heb ik het niet over rapalje.